Toespraak van Eduard Nazarski (directeur Amnesty International Nederland)
(GESPROKEN WOORD GELDT)
HET WOEDENDE VOLK
'Ik zou geen jood in Duitsland willen zijn'. Dit zei Hermann Goring op 12 november 1938 tijdens een vergadering van Nazi-kopstukken, drie dagen na de Kristallnacht.
Goebbels was er. En hij had wat voorstellen. De joden zouden, voor eigen kosten, in de Kristallnacht beschadigde synagogen zelf moeten afbreken. Er zou hen de toegang tot theaters en bioscopen ontzegd moeten worden. Zij zouden niet langer in dezelfde treincoupes als Duitsers moeten mogen reizen. En de Duitse bossen, een in de nazi-ideologie belangrijke publieke ruimte, zouden voortaan van joden verschoond moeten blijven.
Heydrich was er ook. Hij wees zijn collega's erop het belangrijkste doel voor ogen te houden: de joden dienden Duitsland te verlaten. Het Rijk moest van joden geschoond worden.
Goring wilde de joden verplichten een uniform te dragen. Hij wilde ze opsluiten in ghetto's. Heydrich zag niets in uniformen en ghetto's. Die laatste zouden volgens hem broeinesten van criminaliteit worden. Een badge was voldoende om joden in de publieke ruimte te herkennen. Uniformen, ghetto's, badges en de gedwongen verkoop van joodse ondernemingen en waardevolle bezittingen. Daarover ging het op 12 november 1938. Op perverse wijze had Hermann Goring gelijk: wie had er een jood willen zijn op 9, 10, 11 of 12 november 1938. En wie in de dagen, weken of jaren erna?
De Kristallnacht was het culminatiepunt van discriminatie; uitsluiting en onterechte vervolging. Na 9 november 1938 was de gang der geschiedenis nog veel moeilijker dan voorheen te keren.
De Kristallnacht is wel voorgesteld als het product van een volkswoede, die volgde op de moordaanslag op een Duitse diplomaat in Parijs door een wanhopige joodse jongen. Maar de zogenaamde spontane volkswoede was geen onbekende methode van de Duitse nationaal-socialisten.
Ook voor andere radicale populisten is de volkswoede een beproefde methode. Voor hun doelen --doelen die naar bestaande maatstaven vaak onwettig en inmoreel zijn en waarvoor redelijke en rationele rechtvaardigingen veelal ontbreken-- hebben zij een nieuwe bron van vermeende legitimiteit nodig. Die vinden zij in de zelf gecreeerde of gemanipuleerde stem van het volk.
Dat hebben we bij voorbeeld enkele jaren geleden ervaren bij wat later de Deense cartoon-kwestie ging heten.
De angst, wraak, afgunst of haat waarmee radicale populisten de bevolking voeden, krijgen zij als als politiek kapitaal in de vorm van volkswoede terug. Daarmee rechtvaardigen zij vervolgens een politiek die met uitsluiting begint, maar waarvan wij vaak niet weten waar hij eindigen zal.
Alleen al daarom moeten wij de uitsluiting van groepen burgers tegengaan. Joodse burgers, islamtische burgers, alle burgers. Ook vandaag de dag. Ook hier in Nederland.
Wat als culturele of sociale uitsluiting begint, gaat al snel over in economische of politieke uitsluiting en kan vandaar leiden tot een punt waarop de loop der geschiedenis niet te keren is. Dat punt moeten wij niet bereiken.
Vandaar dat ook vandaag waakzaamheid geboden is. Ik heb die waakzaamheid jammerlijk gemist toen enkele weken geleden het parlementaire spreekgestoelte werd gebruikt om een oproep te doen om de Nederlandse straten schoon te vegen, om islamitische hoofddoeken uit het straatbeeld te verwijderen en om ten minste de vervuiler via een kopvoddentax voor de vervuiling te laten betalen. De volkswoede werd met denigrerende, beledigende en discriminerende taal aangewakkerd. En te veel omstanders in het parlement zwegen. Wie zwijgt stemt misschien niet toe, maar keurt ook niet duidelijk af.
Wie ziet dat de volkswoede wordt aangewakkerd en het maar zo laat, moet niet verbaasd zijn als uiteindelijk de volkswoede heerst. En waar de volkswoede heerst, is er altijd iets dat niemand wil zijn: jood, moslim, christen of atheist.
En zo'n land stond in 1948, tien jaar na de Kristallnacht, de opstellers van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens niet voor ogen. De belofte van de Universele Verklaring is een wereld vol landen waar iedereen wil leven: moslim, jood, christen en ongelovige. Aan die belofte moeten we blijven werken.
(EINDE)
__________________________________________
Toespraak van Freek Ossel (wethouder Gemeente Amsterdam)
Toespraak Kristalnacht herdenking 9 november 2009
(GESPROKEN WOORD GELDT)
71 jaar geleden vond de Kristalnacht plaats in Nazi Duitsland.
Synagogen werden in brand gestoken, winkels werden geplunderd.
Veel Joodse mensen vluchten naar Nederland, velen van hen naar Amsterdam.
Deze locatie, waar wij nu staan… was onze Jodenbuurt. Het antisemitisme van de nazi-ideologie werd voor iedereen die het zien wilde gruwelijk duidelijk. Ook hier in Amsterdam, in deze buurt. We herdenken vanavond het verleden. Dat is belangrijk. En we staan stil bij het heden. Antisemitisme, racisme en vreemdelingenhaat komen helaas nog steeds voor.
Discriminatie mag dan van alle tijden zijn, het is onrecht, het betekent pijn. Het doet mensen tekort. Het ondermijnt de kracht en de weerbaarheid van de stad. Het zet de samenleving onder druk.
Mijn doel, het doel van de gemeente, is dat iedereen zich veilig en vrij voelt in onze stad. Vrijheid en veiligheid zijn de belangrijkste aspecten van en kosmopolitische stad, als Amsterdam.
D
at je in Amsterdam kunt zijn wie je bent. Dat er respect is voor een ieder. Dat vraagt inspanning, is niet vanzelfsprekend. Dat vraagt dat we elkaar scherp houden en hierover vaak het gesprek met elkaar voeren.
Volgende week zal ik in de Gemeenteraad het Collegevoorstel verdedigen waarin 25 extra maatregelen worden voorgesteld om discriminatie te bestrijden. Maar dat kan ik niet alleen.
Samenwerking is essentieel. Samenwerking met scholen, het bedrijfsleven, zelforganisaties. Samenwerking met maatschappelijke organisaties om de strijd tegen discriminatie vorm te geven.
Ik roep een ieder op om verantwoordelijkheid te nemen. Door alert te zijn en discriminatie te melden. Door je niet te gedragen als slachtoffer. Door te helpen als werkgever. Door op school of als vrijwilliger mensen aan te spreken als ze kwetsend spreken over homo’s, vrouwen of mensen van een andere herkomst of religie.
Alleen dan kan Amsterdam de kosmopolitische stad zijn waar mensen ongeacht hun ideeën of afkomst zich thuisvoelen. Dan zal Amsterdam creatiever, veelzijdiger en nog verrassender zijn dan nu. Dan zal het de stad blijven die mij dierbaar is en waar ik trots op ben.
Samen werken we aan een Amsterdam waar het je toekomst is die telt, niet je afkomst.
Dank u.
______________________________________________________
Toespraak van Awraham Soetendorp (rabbijn)
(tekst nog niet beschikbaar)
___________________________________________
Toespraak van Yassin el Forkani (jongeren-imam in Amsterdam)
(tekst nog niet beschikbaar)
|